GEVELTEKEN MEVR. G. DE MAN, WIJDSTRAAT 21
Ge-/herbouwd (hoogstwaarschijnlijk) in 1585, na moord en brand van Oudewater
Vanaf 1789 is het een lange periode bakkerij.
Eind 19de eeuw is er een fraai uithangbord met de tekst: “HET BAKKEN IS MIJN WERK, DAT HOOP IK TE BETRACHTEN, EN DAN DOOR LYDZAAMHEID GODS ZEGEN TE VERWACHTEN”.
De vlijtige bakker, elke dag voor dag en dauw opgestaan, hoop vurig dat God hem ééns zal belonen. En de mooiste beloning voor een bakker – zo lijkt mij – is als God hem “Hemels Brood” of “manna” zendt, zoals Hij het Joodse volk deed, toen dat door de woestijn trok (Exodus 16: 1-36).
Vandaar de tekst ’S BAKKERS HOOP
Het gevelteken laat dat manna zien in de dauw, waarin het groeit. Evenwel lijkt het van boven (uit de hemel) te komen. Dat refereert aan het misverstand dat manna, als hemels brood, uit de hemel zou komen vallen.
Verder is het toevallig toepasselijk dat “man” het ouderwetse woord voor manna is en dat Wijdstraat 21 thans wordt bewoond door mevrouw G. de Man.

Ontwerp: Gert Jan Meijer Uitvoering i.s.m. Els Verseveld, Marja Verkerk-Smit en Cock Verkerk